Izran Revisited! Een interview met de bezielsters.

Izran Revisited is een nieuw project van Citizenne ism GC Vaartkapoen en andere partners.
Benieuwd naar wat het precies is maar vooral naar het waarom, ging ik in gesprek met Najila en Fatima, educatieve medewerkers van Citizenne en twee van de bezielsters van het project.

 

Vertel eens, Izran Revisited, wat is het? Wat gaan jullie concreet doen?
Wel, Izran Revisited is een meerjarig project waarin de traditie van de Izran - gezongen poëzie uit Noord-Marokko - centraal staat. In een eerste fase -daar zijn we nu mee bezig- organiseren we ateliers. In die ateliers brengen we Maghrebijnse vrouwen samen om zoveel mogelijk Izran te verzamelen en om te onderzoeken welke er allemaal zijn. Onder begeleiding van Fatoum zingen we samen en gaan we met elkaar in gesprek. In een tweede fase gaan we dieper in op de context van deze Izran en willen we nieuwe Izran maken. We tekenen deze Izran ook op en zullen die ontsluiten naar een breed publiek. Je moet weten dat de Izran een orale traditie is waarvan niets op papier staat.

 

Is die Izran dan zo bijzonder dat jullie vinden dat iedereen ze moet leren kennen of willen jullie gewoon mensen aan het zingen brengen?
Het is beide én nog veel meer. Een belangrijk missie van Citizenne is om minder gehoorde stemmen wél te laten klinken. En dat is precies wat we met dit project ook willen doen. Het verzamelen en aanleren van de Izran is geen doel an sich. We zijn benieuwd naar het verhaal erachter. De vele verhalen erachter. De Izran is sterk verweven met de Riffijnse geschiedenis. Het lijkt soms dat geschiedenis een exacte wetenschap is. Alsof er enkel objectieve feiten zijn, oorzaken en gevolgen. Eén van de dingen die we hierbij bijvoorbeeld vergeten is dat de geschiedenis zoals die hier in Europa wordt verteld, geschreven werd vanuit het dominante witte denken. Dat betekent niet dat die onwaar is maar het is wel een eenzijdig en eenstemmig verhaal. En eenzijdige verhalen zijn niet zonder gevolg. We verwijzen hier graag naar Chimamanda Adichie die het als volgt zegt: “Het enkele verhaal creëert stereotypen. En het probleem met stereotypen is niet dat ze onwaar zijn, maar dat ze onvolledig zijn. Ze maken één verhaal tot het enige verhaal. De consequentie van het enkele verhaal is dit: het ontdoet mensen van hun waardigheid. Het belemmert onze erkenning van menselijke gelijkwaardigheid, het benadrukt hoe we verschillen van elkaar eerder dan hoe gelijkaardig we zijn.”

 

Met dit project willen we experimenteren met een andere manier van geschiedenis schrijven en gaan we op zoek naar andere stemmen over de Riffijnse geschiedenis. En dan vooral naar die van vrouwen. Omdat de stem van vrouwen al helemaal niet gehoord wordt.

Het enkele verhaal creëert stereotypen. En het probleem met stereotypen is niet ze onwaar zijn, maar dat ze onvolledig zijn. Ze maken één verhaal tot het enige verhaal. De consequentie van het enkele verhaal is dit: het ontdoet mensen van hun waardigheid. Het belemmert onze erkenning van menselijke gelijkwaardigheid, het benadrukt hoe we verschillen van elkaar eerder dan hoe gelijkaardig we zijn.

Is dat zo? Is dat niet stilaan aan het veranderen?
Daar komt zeker beweging in, maar er is echt wel nog werk aan de winkel. Vrouwen hebben doorheen de geschiedenis altijd hun rol gespeeld. Er waren ook in het verleden heel wat sterke vrouwen. Alleen, het patriarchaat laat uitschijnen dat dit niet zo is. Vrouwen krijgen geen plaats in de geschiedenisboeken. Hun rol wordt gewoon niet gezien, erkend en benoemd. Of erger nog, het wordt gewoon gestolen. Verdiensten worden toegeëigend door mannen etc …
Izran is een zeer vrouwelijke traditie en liet vrouwen toe om het onzegbare en taboes toch uit te spreken. Izran biedt ons dus echt een inkijk in die andere stemmen.
Fascinerend is bijvoorbeeld dat er in heel wat Izran wordt gezongen over Lala Bouya, terwijl niemand echt weet wie ze is. Duidelijk is wel dat ze staat voor vrouwelijke kracht.

Het lijkt er op dat dit project ook past in de bredere, actuele stroming van decolonise. Klopt dat?
Dat klopt zeker. Decolonise gaat onder meer over het nemen van ownership over je eigen geschiedenis. Mensen van kleur en minderheden rebelleren om meer nuancering te krijgen in het huidige narratief. Een cruciale vraag hierin is: wie maakt de narratieven? En kunnen we daar verandering in brengen? Want narratieven zijn niet “zomaar verhalen”. Narratieven worden uiteindelijk ook geïnternaliseerd en bepalen mee je identiteit.

In de ateliers gaan we op zoek naar die andere verhalen, naar stukjes familiegeschiedenis. Zodat Brusselse jongeren met Riffijnse roots ook andere verhalen kunnen horen en uiteindelijk internaliseren. Zodat ze trots kunnen zijn op “hun geschiedenis” en hun identiteit, die per definitie meerlagig is. Wij schieten massaal in een kramp rond identiteit in deze samenleving. Je bent of Riffijn, of Brusselaar of …. Waarom kan je niet en Marokkaan en Riffijn en Belg zijn? Een meerlagige identiteit lijkt niet mogelijk terwijl, volgens ons, al die identiteiten best samen kunnen gaan.

 

Waarom kiezen jullie voor de kleinere verhalen, voor de geschiedenis van families?
De situatie in de Rif is brandend actueel. Ten opzichte van de rest van Marokko is deze regio heel erg benadeeld. Onder impuls van de Hirak protestbeweging schreeuwen 
Riffijnen om goed onderwijs, gezondheidszorg, werk, eerlijke rechtspraak en bestrijding van corruptie. Zolang de kolonisator (Spanje) de vijand was, was het eenduidig. Allen tegen één gemeenschappelijke externe vijand. Maar nu zaait het veel verdeeldheid in Marokko en worden mensen die zich inzetten voor de emancipatie van deze regio zwaar bestraft.
Duiken in de Riffijnse geschiedenis betekent dus al heel gauw dat je je op gevaarlijk terrein begeeft. Het grote politieke verhaal verdeelt en polariseert. Dan wordt het emotioneel en kan er niet veel meer gezegd worden.
Wij willen ons niet in dat debat mengen. Door persoonlijke verhalen met elkaar te delen, connecteren we wel met de algemene geschiedenis maar blijven we weg uit de polarisering, zodat we ook met elkaar kunnen blijven verbinden. De verhalen zijn concreet en persoonlijk, waardoor het niet gaat over waar of onwaar.
Het optekenen van die familieverhalen brengt ons bij de meerlagigheid van de geschiedenis. Dat is precies wat we willen, al is het geen makkelijk proces.

Wat maakt dat dit moeilijk is?
Het is moeilijk omdat er geen archief is en omdat mensen er niet makkelijk over praten. Wat in het Rif is gebeurd was voor de toenmalige bewoners traumatiserend. Typisch aan traumatische ervaringen is dat er niet gepraat wordt over wat gebeurd is. De belangrijkste reden dat er niet gepraat wordt is vaak geen kwestie van niet willen of niet kunnen. Verhalen worden niet verteld om de kinderen te beschermen. Vanuit de gedachte: ik wil niet dat jij lijdt zoals mijn ouders of ikzelf geleden hebben. Vanuit de behoefte om anderen te beschermen tegen wreedheden. Zo zegt Esther Perel het in een interview met Brené Brown. En wat ze ook zegt is dit: Language shapes the experience. If you don’t tell the story you’re left with gaping holes. Met andere woorden, als verhalen niet verteld worden, als je in een kramp schiet over wat er is gebeurd met je ouders en voorouders, dan mis je een flow in je gezin. En dat is een probleem, want het gezin is een plek waar je dingen leert. Zo leer je bijvoorbeeld hoe je kan omgaan met moeilijke dingen. Maar als moeilijkheden worden doodgezwegen dan leer je er ook niet mee omgaan.

 

Dat verhalen worden doodgezwegen, herkent Fatima, Riffijnse van origine, heel erg. Zelf vertelt ze het zo: "Mijn vader heeft nooit veel verteld over mijn grootvader. Het enige wat ik van hem wist, was dat hij met 4 vrouwen getrouwd was, tegelijkertijd. Het beeld dat ik daardoor van hem had, was dat hij dan wel heel rijk moest zijn, maar dat was eigenlijk niet het geval. Het is pas veel later, toen we begonnen door te vragen dat we het échte verhaal te weten kwamen. Mijn grootvader heeft meegevochten met Abdelkrim. Mijn grootvader kreeg ooit 80 zweepslagen omdat hij 80 strijders onder hem had. Ik begreep niet waarom mijn vader zo lang gewacht heeft om dit te vertellen. Mijn grootvader was een verzetsstrijder, dat is toch iets om trots op te zijn?!
Maar mijn vader vertelde daar niet graag over. Integendeel, hij vond dat we heel die geschiedenis achter ons moesten laten, dat ons dat niets gebracht heeft. “We zijn hier nu in België en België heeft ons veel kansen gegeven”." En daarmee was de kous af.


 

Jullie willen die verhalen niet alleen capteren, je wil ze ook breed ontsluiten. Waarom is dat belangrijk?
Deze geschiedenis is niet enkel belangrijk voor de Riffijnen. Alles is met elkaar verweven. De Riffijnse geschiedenis is verweven met de Spaanse, de Brusselse. Dat is evenzeer interessant voor de gewone Brusselaar. Je leert begrijpen waarom Brussel zo divers is. Je leert het verhaal van je buurman kennen, bij wijze van spreken.
Hoe we die verhalen willen ontsluiten is nog wat zoeken. Wordt het een boek? Luisterverhalen? Gaan we zingen? We zien wel.

 

Waar dromen jullie van?
Onze droom, onze ambitie is dat al die kleine familiegeschiedenissen, die verhalen opnieuw verteld worden. Dat we een veilige bedding kunnen creëren in onze ateliers zodat de vrouwen hier op verhaal kunnen komen. Dat de dames die we hier bereiken die verhalen thuis gaan vertellen. Dat deze opnieuw gaan leven. Dat er daardoor nieuwe narratieven ontstaan. Dat jongeren op hun beurt nieuwe verhalen gaan vertellen waar wij een podium aan geven. Samen met Fatoum, 
een bekende naam, die traditionele Amazigh-liedjes brengt en haar kunst (nasale zang, bendir, poëzie, battles) graag wil aanleren aan anderen. En tot slot willen we de familieverhalen over de migratiegeschiedenis gebruiken als bron voor reflectie en discussie met een breder publiek.